vrijdag 28 oktober 2016

Energiegevers en energievreters

Heb je weleens zo'n week die eigenlijk meer energie kostte dan deze opleverde? Waarbij je dan eind van de week een beetje een baal-gevoel hebt en niks goed gegaan lijkt?
Wat mij dan helpt is om even terug te kijken op de week. Wat is er allemaal gebeurd, welke afspraken heb ik gehad, wat waren mijn energievreters en niet onbelangrijk: mijn energiegevers?

Voor mij is een energiegever iets waar ik blij van word, wanneer ik denk: daar wil ik meer van, dat kan me dan niet lang genoeg duren! Dan zit ik daarna nog heerlijk na te genieten.
Een energievreter daarentegen is iets waar ik tegenop zie, een sessie die moeizaam verloopt, of waarvan de uitkomst niet is zoals ik deze verwacht had.
Voor mij is het belangrijk, en ik neem aan voor iedereen, dat er meer energiegevers in mijn week zitten dan energievreters. Als dat gelukt is, dan ben ik blij met mijn werk, wat ik doe en wie ik ben.

Vooral bij een baal-week helpt het voor mij om tijd te nemen om de balans op te maken. Even terug te kijken over de week en te onderzoeken waar ik energie van kreeg en wat mij energie kostte. En natuurlijk interessant om te weten te komen waarom ik er dan geen energie van krijg en kan ik daar iets aan doen? Onlangs ben ik erachter gekomen dat ik bijvoorbeeld energie verlies als er eindeloos gepraat wordt over een onderwerp, zonder doel, zonder vooruitgang, elke keer dezelfde discussie. Daar word ik heel ongelukkig van. Mijn voornemen is dan ook om dit te benoemen op moment dat dit gebeurt. Wie weet ergert een ander zich er ook aan en kunnen we er op dat moment samen iets aan doen. Hoe specifieker je weet waar je energievreters zitten, hoe beter je hier iets aan kunt doen. Leuk om hier eens mee te experimenteren.


Zou het ook zo werken als je vooruit kijkt naar je werkweek? Wat heb ik komende week te doen, waar krijg ik energie van en waar niet? Kan ik erachter komen waarom sommige afspraken me geen energie geven en kan ik daar iets mee doen?
Ik ga het eens uitproberen aankomende week. Maandag begint in elk geval goed met het Lean in de Zorg jaarcongres van het Lidz dat ik meehelp organiseren, daar heb ik superveel zin in! Dat gaat me in elk geval een heleboel energie opleveren.

Ik ben benieuwd: hoe doe jij dat na een baal-week? Hoe ga je om met je energievreters?

zaterdag 22 oktober 2016

Nieuwe ronde, nieuwe kansen

2017, het lijkt nog heel ver weg, maar eigenlijk hebben we nog maar een paar weken.
Afgelopen week zijn we daarom gestart met de voorbereidingen van nieuwe lean trajecten waarmee we komend jaar een flinke verbeterings-slag willen maken.

We hebben de afgelopen jaren al veel kleine en grotere sessies en trajecten uitgedacht en ik vind dat altijd een erg leuk onderdeel van mijn werk.
We hebben geleerd dat het belangrijk is om voor het uitdenken van nieuwe sessies tijd vrij te plannen. En liefst ook een plek te zoeken waar we niet gestoord worden door de waan van de gewone werkdag.
Als je voldoende ruimte en tijd hebt gereserveerd, is onze ervaring dat deze voorbereidingen soepel en vlot tot stand komen, en vaak ruim binnen de gereserveerde tijd.

Zo langzamerhand hebben we ook steeds meer ervaring uit voorgaande sessies en trajecten, en die gebruiken we natuurlijk zoveel mogelijk om de nieuwe sessies nóg beter te maken.
We kijken terug naar voorgaande sessies en stellen onszelf de vraag wat daar succesvol was en hoe we dat mee kunnen nemen in dit nieuwe traject. En we kijken ook naar wat we in de tussentijd bijgeleerd hebben, en waar we ruimte zien om daarmee te experimenteren. Immers, elk traject is weer uniek, en vraagt om nieuwe of in ieder geval op maat gemaakte sessies.

Elke keer blijft het -gelukkig- ook spannend of het nieuwe bedachte traject aanspreekt, en of het ook de gewenste resultaten oplevert. Ook tijdens het begeleiden van nieuwe sessies zijn we oplettend en zoeken we naar het optimale resultaat. De evaluatie direct na afloop met de deelnemers is voor ons dan ook heel waardevol. Op die manier kunnen we heel snel schakelen en bijsturen als dat gewenst is.

In ons eerste grote traject hebben we veel vooraf bedacht, en daarvan was veel gebaseerd op de methodes die we van ABN AMRO leerden. Er was veel aandacht voor de medewerkers en hun verbeter trajecten, maar we zagen nog ruimte voor verbetering in de aansluiting met management en de organisatiedoelen.
In de komende trajecten gaan we proberen die aansluiting meer te faciliteren door dat management al in een vroeg stadium veel meer aan het roer te zetten. Daarnaast hebben we meer en betere methodes om samen de vertaling te maken van organisatiedoelen naar elk niveau van de afdeling.



In onze methodiek staat de PDCA cyclus centraal. Die proberen we niet alleen uit te leggen, maar natuurlijk ook uit te dragen. In alles wat we doen. Ik hoop dan ook dat je hem overal terugziet, ook in deze blog.


zaterdag 15 oktober 2016

Kaizen in de weerstand

Ik ben leancoach en begeleid mensen hoe we 'continu verbeteren' in ons DNA kunnen krijgen: als een normaal onderdeel van je werk. 

Afgelopen weken ben ik met verschillende teams bezig geweest met verbetering, met kaizen.

Kaizen is een methode om een probleem aan te pakken en bestaat uit zes stappen:
1. Formuleer het probleem
2. Definieer/kwantificeer de verspillingen
3. Wat zijn de oorzaken van het probleem
4. Wat zijn mogelijke oplossingen (let op: gerelateerd aan de oorzaken)
5. Maak een plan (wat ga je experimenteren/uitproberen)
6. Check of het werkt en zorg voor borging



Ik probeer alle partijen aan tafel te krijgen die met dit probleem te maken hebben en dan gaan we aan de slag.
De deelnemers zijn in eerste instantie zeer gemotiveerd om hieraan mee te werken. Want er komt een platform voor hun probleem, en het is fijn om daar even goed de tijd voor te nemen. De irritaties van iedereen komen dan op tafel. We brainstormen met elkaar over de oorzaken van het probleem en zoeken oplossingen bij die oorzaken.

Op een bepaald moment is er dan genoeg bedacht en gaan we aan de slag met een pilot of een experiment. Om uit te proberen of een bedachte oplossing ook echt werkt in de praktijk. Je wilt dit graag op kleine schaal doen zodat niet meteen alles overhoop gehaald hoeft te worden en je snel resultaat ziet.

Tot hier is iedereen nog enthousiast en welwillend om mee te werken. Tenslotte hebben ze zelf het experiment bedacht. Maar als er dan bij het experiment niet meteen alles in één keer perfect is, beginnen sommigen terug te krabbelen. Door de bedachte oplossing wordt weliswaar een gedeelte van het probleem opgelost, maar de nieuwe methode levert ook nieuwe uitdagingen. En dan willen ze eigenlijk weer terug naar de situatie zoals hij was. En hiermee wordt het experiment beëindigd.

Er ontstaat weerstand. Mensen willen niet door met het experiment. Het kost tijd, het gewone werk gaat ook gewoon door en als we het gewoon laten zoals het was dan weten we ten minste wat we kunnen verwachten. Dat is bekend, vertrouwd. Maar ja: die dagelijkse ergernis is dan niet opgelost!

Dit proces heb ik nu een paar keer van dichtbij gezien en het verbaast me, misschien moet ik hier zelf eens een kaizen op maken. Zonder de mensen/teams hierin te veroordelen, want ik zie heel goed dat ze zelf ook met dit dilemma worstelen. 

Hoe komt het dat we niet gemotiveerd genoeg blijven om iets langer door te experimenteren? Wat maakt dat we zo snel weer terugstappen in 'de dingen doen zoals we die al jaren doen'? Is de ergernis misschien niet groot of urgent genoeg? Is de werkdruk zo hoog dat er eigenlijk geen tijd is om een probleem structureel aan te pakken? Is het onbekende van het experiment zo onwennig dat we het niet lang aan kunnen?

Ik zou graag zelf meer inzicht krijgen welke oorzaken hier aan ten grondslag kunnen liggen. Hoe ik hier als coach/adviseur hulp in zou kunnen bieden. Of welke omstandigheden er nodig zijn waardoor mensen wel langer door willen/kunnen experimenteren. 
Hebben jullie ideeën, of ervaringen die me een stukje in de goede richting zouden kunnen helpen?

zaterdag 8 oktober 2016

Uitzoomen

Ik ben een klimmer, mijn passie is om moeilijke, soms zelfs overhangende rotswanden te beklimmen. En ik wil er graag beter in worden.
De afgelopen jaren ging dat ongeveer vanzelf, gewoon door te klimmen werd ik er automatisch beter in.
Maar zo langzaam aan is die progressie er wel uit. Als ik nu nog beter wil worden, zal ik daar gerichter voor moeten gaan trainen.
Voor mij helpt het dan om ergens naar toe te werken. In dit geval heb ik met een vriend afgesproken om eind van het jaar in Turkije te gaan klimmen. Dan wil ik ik natuurlijk top-fit zijn!
Dus ben ik enthousiast begonnen met het opstellen van een trainingsschema en plan om uiteindelijk in december de sterren van de hemel te kunnen klimmen!




Goede ideeen; check
Eindelijk ook wat concreter dan alleen ideeen, dus ook doelen; check
Grote doelen teruggebracht naar kleinere mijlpalen; check
Eerste mijlpaal in zicht, en dan...ziek.
Niet heel erg ziek, gelukkig, maar wel genoeg om die eerste mijlpaal te missen. Oh, en ook nog een afspraak die ik belangrijk vond moeten afzeggen. Ik had er flink de balen van.

Tja, en dan?
Was mijn plan wel realistisch? Wat nu? Maak ik nu nog kans om het te halen?
Of -nu al- opgeven? Was het allemaal te idealistisch?

Het duurde best even voordat ik mijn acute ellende van wat meer afstand kon bekijken, weer het grotere plaatje bekijken. Of misschien was het andersom: toen ik mijn grotere doelen erbij pakte en op de kalender zag hoeveel tijd er nog was, gaf me dat wat meer lucht en kon ik iets meer afstand nemen.
Het was nog maar september, en ik hoef pas eind december fit zijn. Zo bekeken is een weekje tegenslag nog prima op te vangen. Nog steeds niet leuk, maar ook niet het einde van de wereld.

En toen ik me dat realiseerde kon ik ook ineens nadenken over wat ik dan wél voor nuttigs met mijn tijd kon doen. Trainen zat er even niet in, maar ik kon wel nog prima aan de slag met mijn hoofd. Extra uurtjes studeren dus, dat kon wel prima!

Ik vind dat ombuigen lastig, maar volgens mij heb ik hier een stapje vooruitgang geboekt. Ik heb er baat bij om mijn plannen uit te werken. Het houdt me gemotiveerd om me op korte termijn in te zetten voor de eerstvolgende mijlpaal. En het helpt me dus ook als het even niet precies loopt zoals ik dat zou willen. Door uit te zoomen naar het grotere geheel kan ik sneller de draad weer oppakken en niet te lang te blijven hangen in wat er tegen zat.


zaterdag 1 oktober 2016

Wat ik leerde van mijn blessure ...

Afgelopen weken kampte ik met een blessure. En voor iemand die gemiddeld drie keer per week hardloopt, meerdere keren per week tennist en aan yoga doet is dat best wel zuur.

Ik kreeg dus een beetje last van mijn linkerlies/heup en bleef gewoon hardlopen, tennissen, alles eigenlijk. Toen deed het een beetje meer pijn maar ik liet me niet kennen en wilde per se niet stoppen met sporten. Omdat ik wist wat dat betekende: helemaal niet hardlopen, niet tennissen en dus ook weer goed opletten met eten. Sporten is voor mij echt een uitlaapklep in mijn drukke werk/gezinsleven.

Zondag, nu twee weken terug, wilde ik toch een beetje bewegen dus besloot op laag tempo een klein stukje te gaan lopen. Ik zou stoppen als ik pijn zou krijgen en wilde mijn hartslag in elk geval onder de 180 houden. Dat lukte en prompt werd het rondje 7 km in plaats van mijn standaard 5. Tijdens het lopen geen centje pijn en een mooie hartslag dus ik was blij. Toen ik stopte voelde ik het helaas al: ik was te ver gegaan! Veel meer pijn in mijn lies en heup, niet tof.

Kortom echt stoppen met alle sporten was eigenlijk de enige optie nog. Hakken uit, lage schoenen/gympen aan naar het werk en kijken wat die rust zou doen. De eerste dagen daarna deed het alleen nog maar meer pijn. Dus na een week besloot ik dat het tijd werd om de fysiotherapeut een bezoekje te brengen.

 De fysio gaf me oefeningen en masseerde de boel een beetje los. Vandaag heb ik weinig tot geen pijn en ziet het ernaar uit dat ik maandag weer rustig kan proberen te tennissen. Hardlopen nog even niet, maar ben al blij dat ik iets kan doen!

Ik leerde hiervan: mijn hoofd en lijf horen bij elkaar! Zodra ik het te druk heb en zoveel wil blijven sporten gaat mijn lijf op een bepaald moment protesteren. Soms in de vorm van een koortslip, soms in de vorm van een blessure. En ik leerde ook dat gewoon doorgaan in dit geval niet het beste is.

Op mijn werk train ik mensen om, wanneer ze verandering willen, kleine stappen te zetten. Stappen die haalbaar zijn en je op weg helpen in de richting van je doel. Voor mij is dat nu ook de uitdaging! Kleine stappen om weer meer te kunnen sporten. Ik begin dus maandag met de tennistraining en de rest van de week zien we wel. Hardlopen voorlopig nog even niet. En weet je: ik voel me er best ok bij!