woensdag 7 december 2016

Wel of geen spel, en welk spel?

Afgelopen week was ik op een proeverij van Lean games. Hier werden verschillende versies van leangames gedemonstreerd en deze kon je dus ook uitproberen. Ik mocht proeven aan een nieuwe game die gebaseerd was op het facilitaire proces. Daar was ik erg benieuwd naar omdat ik al een paar maanden bij een facilitaire afdeling het lean traject begeleid.

Een leangame wordt vaak gebruikt om al spelenderwijs inzichtelijk te maken wat lean precies inhoudt en de filosofie van continu verbeteren.
Bij veel leangames wordt gewerkt met lego-blokjes, omdat je daar zo gemakkelijk allerlei vormen en opdrachten mee kan bouwen. Tijdens het spelen van het spel wordt snel duidelijk hoe belangrijk de vraag/behoefte van de klant is, en welke stappen van het proces waarde toevoegen voor die klant. Ook wordt heel snel duidelijk waar de verspillingen zitten. En door het spelen van drie of meer rondes waarin de deelnemers verbeteringen doorvoeren en weer opnieuw spelen om de effecten te kunnen zien, zie je hoe continu verbeteren werkt. Bij de betere leangames is er vaak ook nog een dashboard waarop je de vooruitgang ziet.


Tijdens de proeverij werd de vraag geopperd of een leangame waardevoller zou zijn als het aansluit bij de doelgroep die het gaat spelen. Dus een facilitaire game voor de afdeling facilitair, een zorg/SEH-spel voor de gezondheidszorg etc… of juist niet? Zijn er argumenten te bedenken om het omgekeerde te beweren, namelijk dat je meer bereikt als het spel juist helemaal buiten de affiniteit van de doelgroep ligt?
We kwamen hier niet tot een eenduidig antwoord. Voor beiden is iets te zeggen. Aan de ene kant is het fijn als mensen herkennen wat er gebeurt in het spel en zich hiermee kunnen identificeren. Echter bestaat er een risico dat de deelnemers na de leangame alleen nog oog hebben voor de geopperde verbeteringen die ze in de leangame hebben gezien. En niet (veel) verder kijken. Dat laatste is natuurlijk niet wat je wilt. Want een leangame is natuurlijk maar een voorbeeld, en in de eigen werkelijkheid gelden andere regels en dus andere kansen.

Vervolgens dacht ik na over hoe ik deze game zou gaan gebruiken in mijn huidige werk.
Zo’n leangame wordt vaak goed ontvangen door de deelnemers en als leuk ervaren, maar is het wel echt van toegevoegde waarde in (bijvoorbeeld) een lean basistraining?
Natuurlijk maakt het op speelse wijze een aantal principes zichtbaar en is het visueel en beïnvloed het de sfeer in de groep positief. Maar het kost ook veel tijd om een leangame te doorlopen. En vaak liggen een aantal dingen tijdens zo’n game ook wel voor de hand voor de deelnemers.

Ik heb niet echt een goed antwoord op deze twee vragen. Bij deze dan ook de hulpvragen aan jou:
  • Welke argumenten vóór of tegen het laten aansluiten van een leangame bij de doelgroep kan je nog bedenken?
  • Wat denk jij van de vraag rondom de waarde van een leangame in een training?

Ik hoop dat je me wilt helpen met deze vraagstukken, reacties zijn zeer welkom!