maandag 11 november 2019

De beLEANer op reis

Ik heb alweer twee jaar niks gepost op deze blog. En dat terwijl ik het altijd heel leuk vond, en voor mezelf nuttig, om op deze manier op mijn eigen ervaringen te reflecteren. 
De oorzaak is terugkijkend snel gevonden: ik vond een nieuwe uitdaging bij een andere werkgever. 
Een nieuwe baan kost natuurlijk even extra aandacht, maar belangrijker in dit geval is de fysieke afstand van die nieuwe werkplek ten opzichte van mijn andere blog-schrijfster Michelle. Door die fysieke afstand zag en sprak ik haar ineens een stuk minder. En dat leidde tot minder reflectie-gesprekken en daarmee tot minder blogs. 

Afgelopen jaar heb ik met mijn vrouw 8 maanden in een camper door Europa gereisd. Zo’n avontuur waar we al jaren over droomden, en dat we nu ook écht zijn aangegaan. 
En los van de geweldige reis zelf, ben ik ook op het gebied van Lean weer een stukje verder. Vóór deze reis dacht ik dat ik het snapte, dat ik Lean in mijn hoofd en hart had gesloten. Nu snap ik het écht! Of in ieder geval beter, want ik ben zeker nog niet uitgeleerd (iets met streven naar perfectie). Ik geef je een kijkje in de beLEANer in deze spannende en kleine habitat.

Hart in plaats van hoofd
Met twee personen in een kleine camper leven is een unieke ervaring. Als ruimte zo schaars is, wordt het nóg belangrijker dat je er optimaal mee omgaat. Wat neem je mee? Hoeveel neem je mee? Waar krijgt het een plek in de bus? Daar hebben we natuurlijk van tevoren goed over nagedacht, maar onderweg ontdek je pas écht wat je gebruikt en wat niet. En hoe, want veel handelingen hebben we heel vaak uitgevoerd, zoals ’s ochtends het bed ombouwen naar een bank, en ’s avonds weer terug naar een bed.
“Als we dit bakje met koffie-spullen nou eens wisselen met die andere, dan kan ik er voortaan zelf bij en hoef je hem niet elke keer aan te geven.” 
“Twee extra plankjes in de kast maken dat we nu de spullen in eigen bakjes kunnen bewaren, en meteen te pakken zijn”
“Raam isolatiematten achter de voorruiten scheelt heel veel warmte in bus door de zon, én geeft ons de cabine als extra ruimte.”

Visueel management
Gedurende de reis had ik meer en meer last van het ontbreken van een sport-routine. Thuis had ik vaste sport-afspraken met klim-maatjes en trainde ik “als vanzelf” regelmatig. Maar nu was elke dag anders, en schoot het sporten er te vaak bij in. 
Omdat het me niet lukte om dit zelf op te lossen, heb ik hulp gevraagd van een klim-coach. Hij heeft ook lang in een camper gewoond en kon zich goed in mijn situatie verplaatsen. Hij hielp me met het opstellen van een trainings-routine waarmee ik weer fit zou kunnen worden. 
Dat plan was een belangrijke stap in de goede richting. Maar het kleine whiteboard waar ik mijn uitgevoerde trainingen op invulde gaf me de rekenschap en continue inzicht in hoeverre ik me ook daadwerkelijk aan ons plan hield. 
Het laatste element was de wekelijkse terugkoppeling naar mijn coach, door een foto van het bord naar hem toe te sturen met een kort verslag van de week.



Extern gericht
In bovengenoemd sport-voorbeeld ben ik mijn eigen klant. Hoe ga ik dan “objectief” bepalen of mijn verbeter ideeën ook iets opleveren voor mij als klant? Een subjectief gevoel van “lekker in mijn vel zitten” vind ik te vaag. Bovendien is “fit worden” een langzaam proces en wil ik genuanceerder tussentijds kunnen meten. In het kader van “Keep it simple” meet ik daarom mijn voortgang met behulp van de weegschaal. Elke week, op datzelfde whiteboard, naast de uitgevoerde trainingen.

Lange adem
Ik herhaal uit de vorige alinea: “fit worden” is een langzaam proces. Het duurt weken / maanden voordat je echt verschil merkt. Dat weet ik natuurlijk, maar de praktijk blijft lastig, er zijn geen short-cuts. Vallen en opstaan dus, maar vooral ook vasthouden aan het plan en blijven zoeken naar mogelijkheden om die trainingen consistenter vol te houden. Ik ben er nog niet, maar ik heb het inzicht en de middelen om er vandaag weer een stapje dichterbij te komen. Let’s go!